Rommedoe

Gepubliceerd op 3 december 2024 om 12:01

Het klinkt bijna als een scheldwoord. ‘ROMMEDOE, ben ik alweer mijn sleutels vergeten!!’ Of: ‘En ik zei nog, ROMMEDOE-nog-an-toe, dat…’  Maar nee, niet heus, hoor je ons ‘Rommedoe’ zeggen, dan wordt er niet gemopperd maar doelen we gewoon op het befaamde Limburgse stinkkaasje. Het kaasje dat erger stinkt dan het smaakt en waarvan de naam een samensmelting is van het Franse roume (room) en doux (zacht).

Stinkkaasje
Wat ís een Rommedoe eigenlijk? We vragen het kaas-expert Rob Verschuren van Kazerij Verschuren in Eijsden. ‘Het gaat om het proces’, legt Rob uit, ‘tegenwoordig verstaan wij onder een Rommedoe een met zout water of alcohol gewassen roodbacteriekaas. Een vierkant kaasje-met-korst. Vroeger werden ze in Maastricht en het heuvelland gefabriceerd en héétten ze ook vaak zo. Maar door een nieuwe Warenwet is de productie in Nederland gestaakt. Kaaslokalen moesten voortaan betegeld zijn, waardoor het microklimaat in de kaaskelders veranderde en de roodbacteriën wegbleven. En het waren juist die roodbacteriën die voor de specifieke geur en smaak zorgden.’ Rob laat een paar van deze roodbacteriekaasjes zien. Elk kaasje heeft een unieke merknaam – geen Rommedoe. Allemaal zijn ze vierkant. Het zijn zogenaamde stinkkaasjes, de een doet er een moord voor, de ander gruwt ervan.

Hemels!
Bij ons thuis vroeger was het precies zo. Mijn moeder was vóór. Mijn vader was tegen. Tégen een kaasje zijn? Jazeker, want elk stinkkaasje doet zijn naam eer aan: de stank brengt visioenen van ernstige zweetsokken en heftige poepluiers naar boven. Mijn moeder kocht ze aan de deur van melkboer Jan en ze moesten van mijn vader dan gelijk door naar de kelder, in een stevig dichtgeknoopt zakje, om verspreiding van de geur in de keuken zo veel mogelijk te voorkomen. Belandde er toch eentje stiekem in de koelkast, dan was dat nooit lang stiekem, want één keer de koelkastdeur openen en het geheim walmde in al zijn geurige grootsheid je neusgaten in. Niet schrikken nu, want, ja de geur is echt wel twijfelachtig, maar de smaak…is hemels!! Zacht en romig en pikant tegelijkertijd. Schijfjes stinkkaas eet je bij voorkeur op een snee stevig zwartbrood of roggebrood, met een smeer appel- of perenstroop erop. Mmmm…

Koude rillingen
Om het verlies van het geliefde, lokale Zuid-Limburgse stinkkaasje enigszins te compenseren, zijn er mooie Zuid-Limburgse initiatieven ontwikkeld. Uit Reijmerstok komt de Mergelland, een echte Limburgse boerenkaas, jong of pikant. In Eijsden zijn de Sjevraoje en de Pluusj ontwikkeld. Ook de naam Sjevraoje, een rond kaasje gemaakt van biologische melk van lokale geitjes, is een mix van twee Franse woorden. ‘Sjevraoje betekent de koude rillingen krijgen’, vertelt de maker van de Sjevraoje Fred Stassen: ‘Tijdens de Franse bezetting van Maastricht hoorden de Maastrichtenaren dat de Fransen het bij heftige emoties chaud en froid tegelijk hadden, warm en koud, samen sjevraoje geworden, een woord dat ook meteen een beetje naar de chèvres, de geitjes, verwijst.’ Lachend: ‘En ik hoop natuurlijk dat onze kaas zo lekker is, dat je er de sjevraoje van krijgt.’ De Sjevraoje en ook de Pluusj – een biologische koemelkkaas met Alpen-allure – maakt Fred in de kelder van het Ursulinenklooster in Eijsden.

Echte Limburger
Allemaal heel lekker, die nieuwe kaasjes, zelfs superlekker. Maar geen riekende Limburgse stinkkaasjes, waar dit verhaal eigenlijk om draait. Maar er is hoop. Stinkkaasjes zijn heus nog wel verkrijgbaar in onze regio, ze zijn dan alleen wel van Belgische makelij. Daar mag het nog wel, daar hebben ze nog wel het benodigde microklimaat in de kaaskelders dat zorgt voor de juiste roodbacteriën. Vooral het plaatsje Herve, net over de grens, is een hotspot. Stinkkaasjes met namen als Herve, Rommedoe Bier en De Echte Limburger komen er vandaan.

De echte Limburgse stinkkaasjes komen tegenwoordig dus uit België.  Ach, wat maakt het uit, als íemand ze maar blijft maken…érgens…want ik heb de genen van mijn moeder.